ICT-bekwaamheid van leerkrachten
O.a. deze theorie staat beschreven in mijn blog van week 1: ICT en media in het onderwijs.
De meerwaarde van ICT in het onderwijs
Uit onderzoek blijkt dat de juiste inzet van ICT in het onderwijs ervoor zorgt dat in het primair
proces:
• De motivatie toeneemt.
• De leerprestaties verbeteren.
• Het leerproces efficiënter wordt.
In het secundaire proces kennen we minder onderzoek naar de meerwaarde van ICT in het onderwijs,
maar gaan we op basis van ervaring en onderzoek van andere sectoren uit van:
• Tijdsbesparing: door bepaalde taken te automatiseren en gegevens opnieuw te gebruiken.
• Verbeterde transparantie: meer inzicht in de prestaties van leerlingen, leraren en de instelling zelf.
• Betere sturing: door de verbeterde transparantie meer mogelijkheden om middelen effectief in te zetten.
• Hogere professionaliteit: ICT als medium en als hulpmiddel voor professionele ontwikkeling van het personeel.
De voorwaarde voor het effectief inzetten van ICT in het onderwijs is de evenwichtige en samenhangende inzet van de 4 pijlers: visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en ICT-infrastructuur (Kennisnet, 2011). In de algemene vakbekwaamheidseisen voor leraren, zoals omschreven door de Onderwijscoöperatie (2012), wordt het volgende over ICT gezegd: “Leraren
worden ICT-bekwaam geacht als zij kennis hebben van digitale leermaterialen en -middelen en als zij de pedagogisch-didactische mogelijkheden en beperkingen daarvan kennen. Daarnaast kunnen zij doelmatig gebruikmaken van beschikbare digitale leermaterialen en -middelen.”
Kennisnet onderscheidt 3 kerntaken waarin ICT kan ondersteunen in verschillende facetten van het beroep van de leraar. Deze kerntaken sluiten aan bij de 3 beroepscontexten van de Onderwijscoöperatie (2012): A. Pedagogisch-didactisch handelen B. Werken in de schoolcontext C. Professionele ontwikkeling. Bij alle 3 de kerntaken geldt: als leraren hun onderwijs met ICT willen ondersteunen, dan hebben zij tenminste een aantal digitale basisvaardigheden nodig. Dit betekent dat zij:
• apparaten, software en toepassingen kunnen gebruiken:
• in de onderwijscontext: beamer, digitaal schoolbord, digitale video/audio apparatuur;
• bestanden kunnen beheren;
• kunnen werken met de standaard kantoortoepassingen, zoals een tekstverwerker en
presentatiesoftware;
• kunnen werken met de onderwijs specifieke toepassingen, die op hun school van toepassing zijn, zoals een digitale leeromgeving en leerlingvolgsysteem;
• foto’s, video’s en audio digitaal kunnen maken.
• kunnen omgaan met digitale communicatiemiddelen.
• kunnen participeren in sociale netwerken.
• hun weg kunnen vinden op internet: gebruiken van een internetbrowser en toepassen van een zoekmachine op internet (vinden, beoordelen en verwerken van informatie).
Bovenstaande informatie heb ik gevonden op de site van Kennisnet (2012). ICT-bekwaamheid van leraren. Zoetermeer: Kennisnet
De meerwaarde van ICT in het onderwijs
Uit onderzoek blijkt dat de juiste inzet van ICT in het onderwijs ervoor zorgt dat in het primair
proces:
• De motivatie toeneemt.
• De leerprestaties verbeteren.
• Het leerproces efficiënter wordt.
In het secundaire proces kennen we minder onderzoek naar de meerwaarde van ICT in het onderwijs,
maar gaan we op basis van ervaring en onderzoek van andere sectoren uit van:
• Tijdsbesparing: door bepaalde taken te automatiseren en gegevens opnieuw te gebruiken.
• Verbeterde transparantie: meer inzicht in de prestaties van leerlingen, leraren en de instelling zelf.
• Betere sturing: door de verbeterde transparantie meer mogelijkheden om middelen effectief in te zetten.
• Hogere professionaliteit: ICT als medium en als hulpmiddel voor professionele ontwikkeling van het personeel.
De voorwaarde voor het effectief inzetten van ICT in het onderwijs is de evenwichtige en samenhangende inzet van de 4 pijlers: visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en ICT-infrastructuur (Kennisnet, 2011). In de algemene vakbekwaamheidseisen voor leraren, zoals omschreven door de Onderwijscoöperatie (2012), wordt het volgende over ICT gezegd: “Leraren
worden ICT-bekwaam geacht als zij kennis hebben van digitale leermaterialen en -middelen en als zij de pedagogisch-didactische mogelijkheden en beperkingen daarvan kennen. Daarnaast kunnen zij doelmatig gebruikmaken van beschikbare digitale leermaterialen en -middelen.”
Kennisnet onderscheidt 3 kerntaken waarin ICT kan ondersteunen in verschillende facetten van het beroep van de leraar. Deze kerntaken sluiten aan bij de 3 beroepscontexten van de Onderwijscoöperatie (2012): A. Pedagogisch-didactisch handelen B. Werken in de schoolcontext C. Professionele ontwikkeling. Bij alle 3 de kerntaken geldt: als leraren hun onderwijs met ICT willen ondersteunen, dan hebben zij tenminste een aantal digitale basisvaardigheden nodig. Dit betekent dat zij:
• apparaten, software en toepassingen kunnen gebruiken:
• in de onderwijscontext: beamer, digitaal schoolbord, digitale video/audio apparatuur;
• bestanden kunnen beheren;
• kunnen werken met de standaard kantoortoepassingen, zoals een tekstverwerker en
presentatiesoftware;
• kunnen werken met de onderwijs specifieke toepassingen, die op hun school van toepassing zijn, zoals een digitale leeromgeving en leerlingvolgsysteem;
• foto’s, video’s en audio digitaal kunnen maken.
• kunnen omgaan met digitale communicatiemiddelen.
• kunnen participeren in sociale netwerken.
• hun weg kunnen vinden op internet: gebruiken van een internetbrowser en toepassen van een zoekmachine op internet (vinden, beoordelen en verwerken van informatie).
Bovenstaande informatie heb ik gevonden op de site van Kennisnet (2012). ICT-bekwaamheid van leraren. Zoetermeer: Kennisnet